Voorbereidingsformulier
Naam: Tamara van Delft
Datum: 25-10-11
Les: Taal & Spelling
Doelen van de onderwijsactiviteit:
- De kinderen kunnen in een zin het enkelvoud of meervoud herkennen.
- De kinderen kunnen een zin in het enkelvoud omzetten in meervoud en andersom.
- De kinderen kunnen zelf een zin verzinnen in het enkelvoud of meervoud.
Beginsituatie:
De kinderen hebben al vaker geoefend met het veranderen van enkelvoud naar meervoud en andersom in een zin maar sommige leerlingen vinden dit nog steeds erg moeilijk. Met deze hersenvriendelijke les kunnen alle leerlingen op hun eigen niveau leren omgaan met het enkelvoud en meervoud.
Opbouw onderwijsactiviteit:
Inleiding:
Ik laat de kinderen een powerpoint zien waarop de doelen van deze les staan. Deze bespreek ik even met de leerlingen. Daarna geef ik de leerlingen een korte instructie over het zinnen in het enkelvoud in het meervoud zetten en andersom.
Met de leerlingen doe ik een spel op het smartboard over werkwoorden in het enkelvoud en meervoud. De kinderen vullen het juiste werkwoord in en letten daarbij op of het werkwoord in het enkelvoud of meervoud neer gezet moet worden.
10 minuten
Kern:
"Wandel en wissel uit"
De kinderen krijgen kaartjes met daarop een werkwoord. Met deze kaartjes gaan ze door de klas heen lopen. Zeg ik stop dan geven zij hun kaartje aan diegene die het dichtst bij hen staat. Eerst maakt nr. 1 een zin in het enkelvoud, dan zet nr. 2 die zin in het meervoud. Dan maakt nr. 2 een zin in het enkelvoud en maakt nr. 2 hem in het meervoud. Bij de volgende ronde doen we hetzelfde alleen dan een zin van het meervoud naar het enkelvoud. Na vier keer stop ik hier mee.
20 minuten
Slot:
De leerlingen maken een werkblad over zinnen in enkelvoud naar het meervoud omzetten en zinnen van het meervoud naar het enkelvoud omzetten. Als de kinderen klaar zijn met dit werkblad bespreek ik het samen met de leerlingen.
5 minuten
Na de hersenvriendelijke les reflecteer ik deze les met de leerlingen aan de hand van deze vragen:
Wat heb je geleerd? Wat vond je leuk / minder leuk en waarom? Wat vond je makkelijk / moeilijk en waarom? Wat zou je nog meer willen leren?
Eigen leerdoelen:
- Een hersenvriendelijke les geven.
- Werken met meervoudige intelligentie.
- Lesstof op verschillende manieren aanbieden.
Benodigdheden:
Smartboard
Kaartjes met werkwoorden
Werkbladen
Hersenvriendelijke elementen in je les (David Sousa)
1. Zorg voor een doelgerichte, rijke leeromgeving
Tijdens de hersenvriendelijke les zitten de leerlingen in groepjes van 3 of 4 leerlingen. Zo kan er makkelijk gewerkt worden met de verschillende werkvormen.
2. Activeer de voorkennis van de kinderen.
Aan het begin van de les zal ik de leerlingen vertellen dat wij het gaan hebben over zinnen in het enkelvoud en in het meervoud. En dan met name over het werkwoord dat verandert.
3. Neem de kinderen mee in de doelen die je wilt bereiken
Aan het begin van mijn les maak ik de lesdoelen visueel zichtbaar door ze te laten zien op het smartboard.
4. Maak de doelen zichtbaar
De lesdoelen zullen zichtbaar zijn aan het begin en einde van de les. Aan het einde van de les kijken wij of de lesdoelen behaald zijn.
5. Activeer de hersenen door open vragen te stellen
Tijdens de hersenvriendelijke les zal ik zoveel mogelijk open vragen stellen voor zover dit mogelijk is in een les over enkelvoud en meervoud in werkwoorden.
6. Geef kinderen ruim denktijd voordat ze een antwoord moeten geven
Ik zal deze les goed letten op het geven van voldoende denktijd voor de kinderen. Als de kinderen zelfstandig of in groepjes aan het werk gaan hebben zij voldoende tijd om te overleggen of na te denken.
7. Houd de vraag ‘in de lucht’ zodat alle kinderen blijven denken.
Ik ga deze les ook letten op dat ik de vraag niet te snel door een kind laat beantwoorden. Ik zal alle kinderen motiveren om hun vinger op te steken en mee te blijven denken.
8. Stel niet te snel vragen achter elkaar, dit zorgt voor verwarring
Ik probeer mijn les helder en duidelijk te houden.
9. Hersenen reageren op gevisualiseerde doelen.
De doelen laat ik van te voren op het smartboard zien. Ik laat ze ook weer zien tijdens de reflectie. Ook de werkwoorden in het enkelvoud en meervoud laat ik op het smartboard zien. Zo maak ik ze visueel voor de kinderen.
10. Bied informatie op verschillende manieren aan.
In deze les wordt de informatie op drie verschillende manier aangeboden: 1. Een quiz in groepjes op het smartboard. 2. Een klassikaal spel "wandel en wissel uit". 3. Een individueel werkblad.
11. Reflecteer met de kinderen
De leerlingen mogen mijn les reflecteren. Wij kijken of de lesdoelen zijn behaald. Ook reflecteer ik zelf de les volgens het sandwichfeedback model.
12. Sluit af met een positieve emotie gekoppeld aan het onderwerp.
Ik sluit de les positief af door hen te bedanken voor de goede inzet en ik zal de pluspunten van deze les noemen.
Reflecties
Reflectie Leerlingen
"Wat heb je geleerd?" De leerlingen konden goed verwoorden wat ze geleerd hadden. Dit kwam overeen met de doelen van de les die ik van te voren besproken had.
"Wat vond je leuk/minder leuk en waarom?" Bij deze vraag kwam er naar voren dat de leerlingen het spelletje op het bord en de activiteit wandel en wissel uit erg leuk vonden. Sommige leerlingen vonden het werkblad niet leuk om te maken. Maar over het algemeen vonden de leerlingen de lesactiviteit erg leuk omdat ze een spelletje mochten doen, rond mochten lopen en omdat het iets anders was dan 'normaal'.
"Wat vond je makkelijk/moeilijk en waarom?" Sommige leerlingen vonden de les erg moeilijk en andere juist weer erg makkelijk. Bij deze vraag liepen de reacties erg uiteen.
"Wat zou je nog meer willen leren?" De leerlingen wilden meer leren over de verleden tijd. Tijdens deze les ging alles over de tegenwoordige tijd. Maar aangezien ze nu ook bezig zijn met verleden tijd wilden ze dit nog wel eens doen maar dan over de verleden tijd.
Reflectie Mentor
Wat een ontzettend leuke les! Leuk om te zien dat je de structuur een beetje los durft te laten. je zag dat de kinderen meteen betrokken en enthousiast waren. Je hebt een spel op het bord dat erg aanslaat. Je belooft de kinderen dat ze allemaal een keer aan de beurt komen, maar je ziet zelf ook dat het zo wel heel lang duurt. Daar kun je de volgende keer wat inkorten, dan houd je ook alle kinderen betrokken.
Vervolgens laat je de kinderen met kaartjes met daarop werkwoorden rondlopen met de MI-vorm wandel en wissel uit. Je merkt dat het leuk is dat ze rond mogen lopen, maar ze maken er al snel misbruik van. Spreek van te voren je verwachtingen uit. Het is nu onrustig en het zou bijna lijken alsof je de structuur niet los kan laten, maar met duidelijke regels zal je merken dat het wel kan. Je legt de activiteit goed stil om te bespreken wat je eigenlijk van hen verwacht. Vervolgens laat je hen nog eens rondlopen, hou wel in de gaten of de leerlingen die achterin staan ook actief mee doen. Ook dit kun je eventueel wat inkorten door maar drie rondes wandel en wissel uit te doen.
Eigen Reflectie
Ik vond de les erg leuk om te geven. Het was alleen wel een lange les dus het was lastig om de aandacht van de kinderen te behouden en ze mee te laten doen aan de les. Tijdens de activiteit 'wandel en wissel uit' zijn er een aantal leerlingen die hier misbruik van gaan maken. Zij gaan elkaar duwen of zitten kletsen in plaats van de activiteit goed uit te voeren. Ik denk dat dit een kwestie is van leerlingen die het niet gewend zijn. Ik ga dus meer van dit soort lessen geven om de leerlingen te laten wennen aan deze manier van lesgeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten