De 1-Zorgroute: Taal

Toepassingskaart 5: De 1-Zorgroute: Taal

Gekozen leerlijn op basis van Methode.

Taalvaardigheden in thema 1, thema 2 en thema 3.
-          Woordenschat ontwikkeling
-          Taalbeschouwing
-          Stellen

Leerdoelen en toetsdoelen thema 1
1.      De kinderen kunnen zelfstandige naamwoorden en werkwoorden in een zin herkennen.
2.      De kinderen kunnen van een zin een vraagzin maken.
3.      De kinderen kunnen de persoonsvorm in een zin herkennen.
4.      De kinderen kunnen de tegengestelde zin herkennen.

Leerdoelen en toetsdoelen thema 2
1.      De kinderen kunnen woorden in de tegenwoordige tijd in een zin herkennen.
2.      De kinderen kunnen begrippen ordenen op basis van grootte.
3.      De kinderen weten de betekenis van een aantal afkortingen.
4.      De kinderen kunnen het onderwerp en de persoonsvorm in een zin herkennen.

Leerdoelen en toetsdoelen thema 3
1.      De kinderen kunnen de volgorde van de zinsdelen in een zin veranderen.
2.      De kinderen kunnen aangeven of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
3.      De kinderen weten de betekenis van een aantal gezegdes.
4.      De kinderen kunnen van een zelfstandig naamwoord een verkleinwoord maken.
5.      De kinderen kunnen een informatieve tekst schrijven.

Afname toetsen
Toets 1 na thema 1, 30 augustus 2011
Toets 2 na thema 2, 29 september 2011
Toets 3 na thema 3, 31 oktober 2011

Drie gekozen kinderen
Ik loop stage op CBS de Vijverhof. Basisschool de Vijverhof is een Christelijke Basisschool in Voorburg. Op deze school zitten voornamelijk Nederlandse kinderen uit een goed milieu.
Ik heb de keuze voor de beneden gemiddelde, gemiddelde en bovengemiddelde leerling gemaakt op basis van observaties, het groepsplan en mijn mentor.

Boven gemiddeld:      Caro
Gemiddeld:                Yentl
Beneden gemiddeld: Michelle



Toetsdoelen toets 1

Doel 1
Doel 2
Doel 3
Doel 4
Caro
Goed
Goed
Goed
Goed
Yentl
Goed
Goed
Voldoende
Goed
Michelle
Onvoldoende
Goed
Onvoldoende
Onvoldoende




Toetsdoelen toets 2

Doel 1
Doel 2
Doel 3
Doel 4
Caro
Goed
Goed
Goed
Goed
Yentl
Goed
Goed
Voldoende
Voldoende
Michelle
Goed
Onvoldoende
Onvoldoende
Goed




Toetsdoelen toets 3

Doel 1
Doel 2
Doel 3
Doel 4
Doel 5
Caro
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Yentl
Voldoende
Goed
Voldoende
Goed
Onvoldoende
Michelle
Voldoende
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Onvoldoende


Caro                                       Bovengemiddelde leerling                           Kleurgroep Blauw
Onderwijsbehoefte: Caro scoort over de gehele linie goed. De leerstof wordt goed begrepen en het toepassen van de leerstof gaat goed. Zij volgt het basisaanbod taal en is toe aan extra uitdaging. Deze uitdaging wordt geboden door een werkboekje met uitdagende en interessante opdrachten die moeilijker zijn dan het basisaanbod taal en computerprogramma’s waarbij zij extra uitdaging krijgt op taalgebied. De leerlingen maakt net als de andere kinderen die bovengemiddeld scoren V1, V2 en V3 tijdens de taalles. Ook krijgt deze leerling één uur per week Engelse les. Dit is ook voor extra uitdaging op taalgebied.

Deze leerling heeft een leerkracht nodig die kort en bondig uitlegt wat er van haar verwacht wordt zodat zij daarna zelf aan de slag kan. Ook heeft zij een leerkracht nodig die haar extra uitdaging biedt.

Didactische activiteiten:
-          Werkboekje Bollenbozen
-          Computerprogramma Bollenbozen
-          Les V1, V2 en V3 van Taal Actief
-          Engelse les

Organisatie:
Bollenbozen: Deze activiteiten kunnen gedaan worden tijdens het zelfstandig werken. Iedere middag begint met een uur zelfstandig werken. Les V1, V2 en V3 worden gemaakt in drie taallessen op maandag, dinsdag en donderdag ochtend. Engelse les is iedere woensdag tijdens zelfstandig werken.

Evaluatie:
Met leerling na activiteit.

Yentl                                      Gemiddelde leerling                                     Kleurgroep Rood
Onderwijsbehoefte: Yentl scoort over de gehele linie wisselend. De leerstof wordt begrepen maar het toepassen blijft moeilijk. Zij valt vooral uit op doel 5 van toets 3: Een informatieve brief schrijven. Er zijn nog meer leerlingen die alleen hier echt op uitvielen. Daarom is er speciaal een coöperatieve les gemaakt waarbij deze leerlingen kunnen oefenen met het schrijven van de informatieve brief. Deze leerling maakt R1, R2 en R3 net als de andere gemiddelde en ondergemiddelde leerlingen tijdens de taalles.

Deze leerling heeft een leerkracht nodig die haar goed begeleidt. Yentl is een erg onzeker meisje en wil goed weten wat er van haar verwacht wordt, als dit voor haar helemaal duidelijk is kan zij aan de slag. Deze leerling heeft wel af en toe hulp nodig als zij iets niet begrijpt.

Didactische activiteiten:
-          Coöperatieve les: samen een informatieve brief schrijven
-          Computerprogramma op het standaardniveau van Taal Actief voor groep 6
-          Les R1, R2 en R3 van Taal Actief

Organisatie:
Computerprogramma: Deze activiteit kan gedaan worden tijdens het zelfstandig werken. Iedere middag begint met een uur zelfstandig werken. De coöperatieve les is op woensdag. Les R1, R2 en R3 worden gemaakt in drie taallessen op maandag, dinsdag en donderdag ochtend.

Evaluatie:
Met leerling na activiteit.

Michelle                                 Benedengemiddelde leerling                       Kleurgroep Geel
Onderwijsbehoefte: Michelle scoort over bijna de gehele linie onvoldoende of voldoende. De leerstof wordt niet goed begrepen, het toepassen gaat dan ook niet zo goed. Zij is een echte zorgleerling en zit dan ook in de zorggroep. Deze zorggroep krijgt iedere dinsdag een uur extra tijd en aandacht van de juf om hen te remediëren, ook krijgt deze leerling remediering van de IB’er. Deze remediering gebeurt aan de hand van Taal Actief Extra. Dit is speciaal voor de leerlingen die uitvallen. Deze leerling maakt R1, R2 en R3 net als de andere gemiddelde en ondergemiddelde leerlingen tijdens de taalles.

Deze leerling heeft een leerkracht nodig die haar veel hulp kan bieden aan de instructietafel of tijdens de extra zorgtijd.

Didactische activiteiten:
-          Taal actief Extra met begeleiding van leerkracht en IB’er
-          Remediërende computerprogramma’s
-          Les R1, R2 en R3 van Taal Actief

Organisatie:
Remediërend Computerprogramma: Deze activiteit kan gedaan worden tijdens het zelfstandig werken. Iedere middag begint met een uur zelfstandig werken. De extra zorg is op dinsdag en woensdag. Les R1, R2 en R3 worden gemaakt in drie taallessen op maandag, dinsdag en donderdag ochtend.

Evaluatie:
Met leerling na activiteit.

Constructivistische les

Toepassingskaart 8: Constructivistische les

Beschrijf je eigen leerstijl
Na het maken van de leerstijltest van Kolb kwam er naar voren dat ik een denker ben.

Ik leer het prettigst als ik in staat wordt gesteld om zelf te studeren, zelf een theorie uit te vinden of een theorie te onderzoeken. Ik hou ervan om materiaal te bekijken, waarnemingen te doen of verschillende theorieën met elkaar te vergelijken om vervolgens op eigen kracht een oordeel te vormen of een begrippenkader op te zetten. Het toepassen van de theorie in praktijk, waarbij je je theorie zou kinnen bijstellen, komt daarna. Zelfstudie is voor mij een sleutelwoord. Theoretische modellen construeer i zelf en ik ben in staat om inductief te denken. De nadruk ligt bij mij op het theoretisch bezig zijn en het vormen van begrippen.
Het zelf ontdekken en construeren van theorieën spreekt je meer aan dan het aangereikt krijgen van theorie. Als ik theorie aangeboden krijg, wil ik die integreren in het theoretische kader dat ik al heb en kan ik soms moeilijk iets van een docent aannemen. In een probleemsituatie zal ik op basis van observaties een verklarende of beschrijvende theorie proberen te vinden, waardoor het probleem benoemd kan worden en hopelijk de oplossing in zicht komt. Door mijn leerstijl ben ik er in mijn studie bij gebaat als ik de ruimte krijg om ideeën te ontwikkelen en eigen plannen op te stellen.

Kenmerken denker:
  • Neemt graag eigen informatie en leerstof, vooraf aangegeven, mee van huis.
  • Vraagt om duidelijke doelen en een helder opgezet programma.
  • Ontdekt in het onderwerp graag de breedte en grenssituaties.
  • Wordt bij voorkeur over achtergronden geïnformeerd en vraagt hier naar, zowel naar historie, perspectief en methodologie.
  • Inhoud van hersenkrakers, complexe situaties als uitdaging voor het eigen inventieve denken en handelen.
  • Maakt snel overzichten schema’s en modellen.
  • Zet tijdpaden uit in thermen van haalbaarheid.
  • Houdt van ordelijk denken en ruimte voor ‘piekeren’.
  • Werkt graag met vragenlijsten, zoekprogramma’s en eigen uitwerking van opdrachten, zeker ook in groepsverband.
  • Neemt graag ‘uitwerk’ opdrachten mee naar huis.
Ik herken mijzelf hier heel sterk in en alles komt wel overeen met hoe ik ben. Het enige is dat ik eigenlijk nooit de tijd neem om te plannen. Maar als ik het zou doen weet ik zeker dat ik er heel goed in ben.

Kies drie kinderen met elk een verschillende leerstijl en beschrijf hen.

  1. Yentl de Dromer
Tijdens mijn observatie kwam duidelijk naar voren dat Yentl een dromer is. Maar eigenlijk wist ik dit al. Yentl geeft vaak de indruk dat ze niet helemaal aanwezig is bij de les en als je haar aanspreekt komt er soms een verward antwoord terug. Een dromer laat eerst een leer- of probleemsituatie goed op zich inwerken, en bekijkt en overweegt de waarnemingen uitgebreid. Dat zou kunnen verklaren dat Yentl tijdens een uitleg van taal of rekenen geen vragen heeft, maar eenmaal bij het zelfstandig werken niet meteen aan de slag kan gaan. Zij gaat dan na een tijdje aan de instructietafel zitten en vraagt dan om uitleg. Tijdens het nabespreken van de les gaat het haar te snel. Zij wil een rustige verwerking van deze les.

  1. Rogier de Doener
Extra letten op Rogier is niet nodig want daar zorgt hij zelf wel voor. Hij is de hele dag bezig met op een positieve of negatieve manier aandacht te trekken. Hij roept door de klas zodra er een vraag is gesteld. En als hij weet wat er gemaakt moet worden gaat hij direct aan het werk. Op de dag dat ik hem geobserveerd heb blijkt dan ook dat hij bij een grote rekenopdracht in plaats van aftrekken aan het optellen is. Hij komt hier vrij laat achter en blokkeert helemaal. Als ik hem dan weer weet te stimuleren gaat hij direct weer verder. Een doener gaat het liefst direct aan de slag, heeft veel uitdaging nodig en maakt snelle keuzes. Dit is precies wat bij Rogier past want dit doet hij ook altijd.

  1. Jitske de Denker
Bij het observeren van Jitske kwam naar voren dat zij een denker is. Bij de observatie mochten de leerlingen samenwerken als zij dit wilden maar zij koos ervoor om alleen te werken. Na dat ik heb uitgelegd wat de bedoeling is van de opgave leest Jitske de opgave nogmaals door voordat ze aan het werk gaat. Ook steekt zij niet haar vinger niet op als zij niet zeker weet dat het antwoord wat zij geeft goed is. Dit bleek allemaal na een klein gesprekje met haar om uit te vinden wat voor leerstijl zij heeft.

Maak met één van de drie geobserveerde kinderen in je achterhoofd, van een reguliere les een sociaal constructivistische les. – De Doener

Voorbereidingsformulier

Naam:         Tamara van Delft
Datum:        08-11-11
Les:             Rekenen

Doelen van de onderwijsactiviteit:
- De leerlingen ontdekken in deze les relaties tussen verdelingen door zelf stroken
in een aantal stukken te verdelen. De leerlingen ervaren daarbij dat er makkelijke
en moeilijke verdelingen zijn. Op deze manier komen - deels impliciet, deels expliciet - relaties tussen breuken aan de orde.

Beginsituatie:
De leerlingen hebben al vaker geoefend met breuken. Er zijn een aantal leerlingen die dit al begrijpen maar de meeste leerlingen hebben hier nog moeite mee.

Opbouw onderwijsactiviteit:
Inleiding: Ik leg de kinderen het probleem voor:
Bakpiet maakt heerlijke banketstaven. Nou wil Bakpiet niet dat de kinderen ruzie gaan maken om het grootste stuk. Soms moet een banketstaaf in 2 stukken, soms 3 stukken, soms 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 stukken verdeeld worden. Bakpiet vindt het niet zo makkelijk om op een ‘eerlijke’ manier te snijden, zodat alle stukken even groot worden. Hij wil daarom papieren voorbeeldstroken hebben waar hij de banketstaaf op kan leggen bij het snijden. Maak zulke stroken. Je mag vouwen en tekenen.
- Samen oefenen wij een aantal situaties. Ik begin makkelijk 2 stukken, 4 stukken. Daarna 3 stukken, 6 stukken. Ik vraag de leerlingen hoe zij dit gedaan hebben.
10 minuten

Kern: De leerlingen gaan in tweetallen of drietallen aan het werk met de werkbladen en de stroken.
30 minuten

Slot: Met de leerlingen bespreek en reflecteer ik de les. De leerlingen krijgen een handje pepernoten per groepje van Bakpiet omdat hij wist dat er veel kinderen zijn die geen banketstaaf lusten. Maak een eerlijke verdeling!
5 minuten

Eigen leerdoelen:
-          Interactieve constructivistische les geven.
-          De kinderen mijn verwachtingen uitspreken.
-          De leeromgeving voor de kinderen zo prettig mogelijk te houden.
-          Rust bewaren.

Benodigdheden:
   Stroken papier van dezelfde lengte
        Werkblad ‘Bakpiet’
        Liniaal

Bij deze les sluit ik aan bij de DOENER door middel van:
-          Na een korte voorlegging van het probleem kunnen de leerlingen direct aan het werk.
-          De leerlingen werken in kleine groepjes.
-          Er zitten uitdagende breuken tussen.
-          Door de stroken worden de breuken visueel gemaakt.
-          Er verschillende werkvormen in: Instructie, Klassikale opdracht (onderwijsleergesprek), Coöperatieve opdracht.
-          Verrassing aan het einde van de les.
-          Praktische opdrachten.

Eigen reflectie
Ik vond deze les erg leuk om te geven. De kinderen waren heel enthousiast tijdens de introductie en deden heel goed mee. Heel veel verschillende ideeën om iets te verdelen werden aangedragen. De leerlingen gingen ook erg enthousiast zelf aan het werk met de stroken en werkbladen. De werkbladen waren alleen wel wat lang. Ik had hem een beetje in moeten korten. Ik vind dit een hele prettige manier van lesgeven en zal in het vervolg meer proberen aan te sluiten bij de verschillende denkstijlen van de kinderen.
Reflectie leerlingen
"Wat heb je geleerd?" Wij hebben geleerd hoe je banketstaven in stukken kan verdelen en hoe deze stukken dan heten. Dit is de naam van de breuk.
"Wat vond je leuk/minder leuk en waarom?" 
De kinderen vonden de hele les leuk omdat ze mochten samenwerken en vouwen. Ook vonden de kinderen het leuk dat ze pepernoten kregen aan het einde van de les omdat ze banketstaaf niet lekker vinden.
"Wat vond je makkelijk/moeilijk en waarom?"
De oneven breuken waren moeilijk, de even breuken makkelijk.
"Wat zou je nog meer willen leren?"
Hoe je een banketstaaf makkelijk in bijvoorbeeld 5,7 of 9 stukken kan verdelen.