Cognitie en Ontwikkeling

Toepassingskaart 6b: Cognitie en ontwikkeling

Methode geschiedenis – Brandaan – Malmberg



1. Wat is de visie van de makers van deze methode op leren en ontwikkeling?

Brandaan laat kinderen ervaren dat zij ook zelf geschiedenis maken. Iedereen heeft zijn eigen invloed op de wereld van morgen. Maar de methode maakt kinderen ook nieuwsgierig naar hoe het ‘toen’ was. Levensechte illustraties en spannende verhalen geven kinderen het gevoel dat ze erbij zijn. Brandaan legt een duidelijk verband tussen het verleden en heden, zodat geschiedenis betekenis krijgt. Brandaan is een boeiende ontdekkingsreis door de tijd voor kinderen van groep 3 t/m 8.

Ook de duidelijke stappenstructuur maakt Brandaan een bijzondere methode. Ontwikkelingen komen één voor één aan bod en worden overzichtelijk in de tijd geplaatst. Moeilijke begrippen en belangrijke personen krijgen extra aandacht. De teksten zijn kort, begrijpelijk en worden ondersteund door realistisch beeldmateriaal. Door de stap-voorstap benadering van Brandaan krijgen kinderen meer inzicht in de lesstof en daardoor meer vertrouwen. Voor leerkrachten is de methode ook makkelijk om mee te werken.

Brandaan is een methode voor kinderen. Beeld, tekst, structuur en vorm zijn helemaal op hun beleving afgestemd. Een consequente en eigentijdse benadering die kinderen nieuwsgierig maakt. Maar ook inhoudelijk zit de methode doordacht in elkaar. In duidelijke stappen gaat Brandaan recht op de leerdoelen af. Er is bovendien een doorgaande lijn van groep 3 tot en met 8. Brandaan leert kinderen om personen en gebeurtenissen een plek in de tijd te geven. Ze leren om de samenhang tussen verleden, heden en toekomst te begrijpen. Aan het eind van groep 8 hebben de kinderen een stevige kennisbasis en daardoor een goede start voor het verdiepen van hun historisch besef in het vervolgonderwijs.

Er zijn drie manieren waarop in Brandaan kan worden gedifferentieerd. Dit maakt het werken met de methode zo flexibel, dat elke leerling maatwerk kan worden geboden.

1) Tempo
Bij elke les in de werkboeken staan twee extra opdrachten voor de snellere leerling.

2) Niveau
De extra opdrachten hebben vaak een open karakter waarvoor wat meer inzicht nodig is. In de handleiding staan bovendien tips voor de leerkracht om een opdracht moeilijker of makkelijker te maken.

3)Leerstijl
Differentiatie naar leerstijl gebeurt met de bakkaarten van Meander. De opdrachten zijn gemaakt volgens de meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner. Een kaart behandelt meestal een inter-persoonlijke of intrapersoonlijke leerstijl plus een leerstijl zoals taal of muziek. De opdrachten zijn bijvoorbeeld lezen, invullen, puzzelen, schrijven, onderzoeken, bouwen, tekenen, een kort toneelstukje opvoeren of een liedje maken.


2. Herken je elementen uit deze visie in de lesactiviteiten? Geef voorbeelden.

Brandaan laat kinderen ervaren dat zij ook zelf geschiedenis maken. Iedereen heeft zijn eigen invloed op de wereld van morgen.
Een voorbeeld hiervan zijn de opdrachten van de bakkaarten. Zij trekken de geschiedenis naar het heden en hebben daar een moderne opdracht bij gemaakt.

Maar de methode maakt kinderen ook nieuwsgierig naar hoe het ‘toen’ was. Levensechte illustraties en spannende verhalen geven kinderen het gevoel dat ze erbij zijn.
Bij ieder thema zit een spannend verhaal over Brandaan die een avontuur meemaakt die met het thema te maken heeft. Ook zit er bij ieder hoofdstuk een filmpje van de methode om het onderwerp visueel te maken. Op iedere pagina van het tekstboek en werkboek staan foto’s of tekeningen die met het thema en de vragen te maken hebben. Deze zijn heel mooi, realistisch of soms zelfs confronterend. Deze zijn dan ook heel interessant om te bespreken.

Brandaan legt een duidelijk verband tussen het verleden en heden, zodat geschiedenis betekenis krijgt.
Een voorbeeld hiervan is dat Brandaan een tijdlijn heeft voor op het smartboard en onderaan de bladzijden van hun tekstboek en werkboek. Zo wordt het voor de kinderen visueel gemaakt wanneer het zich heeft afgespeeld en welke tijd het nu is. Ook wordt er bijvoorbeeld bij het thema Slavernij uitgelegd dat de mensen met een donkere huidskleur die in Europa of in Suriname en Curaçao leven oorspronkelijk slaven uit Zuid-Afrika geweest kunnen zijn. Zo koppel je die periode van toen aan de tijd van nu. Dit soort dingen worden er in ieder thema gedaan.


3. Maak de analyse met behulp van onderstaande theorieën:

· Het Vierhoekenmodel van Fogarty
Fogarty (1999) heeft het vierhoekenmodel ontwikkeld voor het beschrijven van de hersenvriendelijke klas.

Doordat de thema’s in Brandaan duidelijk zijn afgebakend zorgt het voor een stap-voor stap benadering. Hierdoor krijgen kinderen meer inzicht in de lesstof en daardoor meer vertrouwen. Het is dus een goed klimaat voor denken. Dit zorgt voor een rijke leeromgeving en sfeer. Ook kunnen de leerlingen samenwerken met het beantwoorden van de vragen, dit is echter vrijwillig. Zo is er contact tussen de leerlingen. Ook geeft deze methode les met denken omdat de leerlingen een tekst lezen en daar vragen bij gaan maken. Deze vragen worden echter op een iets andere manier gesteld dan letterlijk uit de tekst dus de kinderen moet hier over nadenken. Je biedt de theorie aan en vraagt aan de leerling hoe hij of zij tot dit antwoordt gekomen is. Ook wordt er in deze methode les gegeven over denken omdat de leerlingen gaan nadenken over de geschiedenis en wat zij daarvan vinden. Er wordt altijd gevraagd naar hun eigen mening over bepaalde onderwerpen. Deze moeten zij in hun werkboek opschrijven.
· De Leerpiramide van Bales
Bales (1996) heeft een Leerpiramide ontwikkeld die aangeeft hoeveel iemand onthoudt bij verschillende leervormen.

De leervormen die bij Brandaan gebruikt worden zijn: lezen, audiovisueel materiaal, discussiegroep, praktijkoefening en samenwerking. Dit alles is dus behoorlijk effectief. De leerlingen lezen zelf de hoofdstukken, maken de vragen met hun buurman of buurvrouw, bespreken en overleggen klassikaal de antwoorden en aan het einde van het hoofdstuk werken ze met bakkaarten die zorgen voor praktijkoefening.
· Het schema Denken en Geheugen van D. Sousa
David A. Sousa heeft in zijn boek “How the brain learns” een uitgebreid schema weergegeven waarin ook de rol van het zelfbeeld, het cognitief zelfconcept en ervaringen uit het verleden zijn opgenomen.

De zintuigen van de leerlingen die geactiveerd worden tijdens deze methode is zien en horen. De bedoeling is dat de informatie die in hun korte termijn geheugen zit wordt doorgeschoven naar hun werkgeheugen. Dit gebeurd door het werken met de vragen en de bakkaarten. Zo gaan de leerlingen ‘werken’ met de informatie die ze gezien en gehoord hebben. Via dit ‘werken’ met het onderwerp komt de informatie in hun lange termijn geheugen terecht. Zo onthouden zij dit en kunnen zij dit zich op ieder moment dat het van pas komt herinneren.

· Lijn in leren – Cognitieve ontwikkeling
De methode Brandaan zorgt ervoor dat het denkvermogen van de leerlingen wordt vergroot, dat het geheugen wordt geactiveerd, dat er tijdsbesef wordt gecreëerd door middel van de tijdlijn, de taalontwikkeling wordt vergroot door het aanleren van nieuwe begrippen bij ieder hoofdstuk en er is veel ruimte voor creativiteit bij de opdrachten van de bakkaarten. De kinderen worden uitgedaagd om in praktijk te brengen wat ze geleerd hebben, het kritisch beoordelen van de geschiedenis en die te reflecteren.


4. Wat vraagt deze methode van jou als leerkracht zodat deze methode hersenvriendelijk wordt?

De methode is zelf al zo ingesteld dat het hersenvriendelijk is. Er zijn drie manieren waarop in Brandaan kan worden gedifferentieerd. Dit maakt het werken met de methode zo flexibel, dat elke leerling maatwerk kan worden geboden.

1) Tempo
Bij elke les in de werkboeken staan twee extra opdrachten voor de snellere leerling.

2) Niveau
De extra opdrachten hebben vaak een open karakter waarvoor wat meer inzicht nodig is. In de handleiding staan bovendien tips voor de leerkracht om een opdracht moeilijker of makkelijker te maken.

3)Leerstijl
Differentiatie naar leerstijl gebeurt met de bakkaarten van Meander. De opdrachten zijn gemaakt volgens de meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner. Een kaart behandelt meestal een inter-persoonlijke of intrapersoonlijke leerstijl plus een leerstijl zoals taal of muziek. De opdrachten zijn bijvoorbeeld lezen, invullen, puzzelen, schrijven, onderzoeken, bouwen, tekenen, een kort toneelstukje opvoeren of een liedje maken.

Er wordt dus van jou als leerkracht alleen maar gevraagd om rustig de tijd te nemen om door de methode heen te gaan en te werken met de bakkaarten. Je hoeft verder niets te doen om de les hersenvriendelijk te maken. De methode Brandaan geeft zelf ruimte en tips voor differentiatie.


5. Reflectievragen

· Welke theorieën en opvattingen over hersenvriendelijk onderwijs inspireren mij?
Eigenlijk inspireren alle theorieën mij wel. Maar het makkelijkst vind ik het om te werken met de leerpiramide van Bales. Hier kun je duidelijk zien waarvan het kind het meest opsteekt en hoe je er voor kunt zorgen dat de informatie in het lange termijn geheugen terecht komt. Het informatieverwerkingsmodel van David Sousa vind ik niet zo heel erg duidelijk want wat is nu precies de grens tussen korte termijn geheugen en werkgeheugen? Precies, die is er niet! Dit vind ik lastig om mee te werken. Het vierhoekenmodel van Fogarty is een model wat je altijd moet onthouden. Als je een interessante, interactieve en leerzame les wilt geven moet je zorgen dat er in jouw les ruimte is voor deze vier elementen.

· Welke ambities heb ik ten aanzien van mijn onderwijs?
Ik wil mijn lessen zo leerzaam mogelijk maken en daarom ga ik al deze theorieën en opvattingen in mijn lessen gebruiken. Ook zal ik het in mijn eigen klas gaan toepassen om de methode lessen om er zo voor te zorgen dat de leerlingen in hun lange termijn geheugen opslaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten